-
1 uithuwelijken
♦voorbeelden: -
2 in het huwelijk treden
v. give in marriage, get married -
3 trouwen
v. marry, make a match, mate, pair off, give in marriage, marry off, wed -
4 trouwbelofte
♦voorbeelden:1 een trouwbelofte doen • give one's promise/marriage vows; 〈 verouderd en anglicaanse kerk〉 plight one's trothde trouwbelofte verbreken • break one's promise of marriage; break one's marriage vows 〈 door overspel〉 -
5 huwelijksaangifte
1 notice/notification of (intended) marriage♦voorbeelden:Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > huwelijksaangifte
-
6 conjugeren
v. conjugate, give the various inflectional forms of a verb (Grammar); unite, join together (as in marriage) -
7 aantekenen
1 [opschrijven] take/make a note of ⇒ note/write down, record, 〈 bijvoorbeeld in register〉 register 〈ook → link=aangetekend aangetekend〉♦voorbeelden:2 daarbij tekende hij aan, dat … • he further observed that … -
8 een trouwbelofte doen
een trouwbelofte doengive one's promise/marriage vows; 〈 verouderd en anglicaanse kerk〉 plight one's trothVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een trouwbelofte doen
-
9 huwelijksaangifte doen
huwelijksaangifte doenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > huwelijksaangifte doen
-
10 tijd
1 [als ononderbroken eenheid; tijdsduur] time2 [tijdstip; juiste/geschikte moment] time5 [taalkunde] tense♦voorbeelden:in de helft van de tijd • in half the timein een jaar tijd • (with)in a yearna bepaalde tijd • after some/a time, eventuallygeruime tijd • a considerable time, a good whilede hele tijd • all the time, the whole timeeen hele tijd geleden • quite a while agohet is hoog tijd om te vertrekken • it's high time we leften dat is hoog tijd ook! • and about time too!het is de hoogste tijd! • 〈 in kroeg〉 time, (gentlemen,) please!een tijd lang • for a while/timeik heb haar lange tijd niet gezien • I haven't seen her for/in ages/quite a whileeen lange/korte tijd duren • last a long/short timevoor onbepaalde tijd • indefinitely, for an indefinite periodsedert onheuglijke tijden • since time immemorial〈 sport〉 een scherpe tijd neerzetten • record/run a fast timevrije tijd • spare/free time, time off, leisure (time)waar blijft de tijd? • where's the time gone (to)?het zal mijn tijd wel duren • I won't be around to see ithet duurde een tijdje voor ze eraan gewend was • it was/took a while before/until she got used to itik ben niet aan tijd gebonden • I'm not pressed for timeik geef je vijf seconden de tijd • I'm giving you five secondsje moet jezelf de tijd geven • take your timeiemand de tijd geven/gunnen • give someone timezich de tijd niet gunnen (om) • not take the time (to)heb je even tijd? • have you got a moment/a sec?die tijd heb ik gehad • I'm past that now, I've been through thatgeen/genoeg tijd hebben om … • have no/enough time to …tijd genoeg hebben • have plenty of/enough timede tijd hebben • have timewe hebben hem een tijd niet gezien • we haven't seen him for a/some while/some timewe hebben de tijd aan onszelf • our time is our ownweinig tijd hebben • not have got much time, be pressed for timeje hebt nog 14 dagen de tijd • you've got 14 days lefttijd kosten • take timeals je geen tijd hebt, maak je maar tijd • if you haven't got time, make timede tijd nemen voor iets • take one's time about/over somethingtijd opnemen • record the timeer is geen tijd te verliezen • there's no time to lose/to be lostde tijd verstrijkt • time passesdat was me nog eens een tijd! • what a time that was!, those were the days!mijn tijd zit erop • ±I've done my stintin de baas zijn tijd • during/on the boss's timeuw tijd is om • your time is upbinnen afzienbare tijd • within the foreseeable futurebinnen niet al te lange tijd • (with)in the not too distant future, before (too) longbinnen de kortst mogelijke tijd • in (next to) no timehet heeft in tijden niet zo geregend • it hasn't rained like this for agesmet de tijd breidde de hongersnood zich uit • as time went on the famine spreaddit zal met de tijd wel beter gaan • it'll probably get better in timemet zijn tijd geen raad weten • have time on one's handsna korte tijd lukte het ons om … • we soon managed to …sinds enige tijd • for some time (past)een tijd van 11 seconden • a time of 11 secondshet is maar voor korte tijd • it's only for a short whilevoor de tijd van • for a period ofvorig jaar om dezelfde tijd • (at) the same time last yearde plaatselijke tijd • local timede tijd is rijp om … • the time is ripe to …heeft u de tijd ? • have you got the time?'t is allang tijd geweest • it's long past/ 〈 informeel〉way past/way over timeals de tijd daar is • when the time/day comesde tijd verdrijven/korten/doden • kill timeeindelijk! het werd tijd • at last! it was about time (too)!het wordt tijd dat … • it is (high) time that …〈 pregnant〉 het wordt mijn tijd • I must be off, it's time for me to gobij tijd en wijle • now and again/thenmorgen/gisteren om deze tijd • (about/ Aaround) this time tomorrow/yesterdaytijd om te eten/te slapen • time to eat/to go to bedop vaste tijden • at set/fixed timesnet op tijd • just in timeop tijd • in time 〈om iets te doen/voorkomen〉; on time 〈 volgens een bepaald tijdschema, afspraak e.d.〉de bussen lopen precies op tijd • the buses run to/on time/scheduleruim op tijd • with plenty of time to spareop tijd naar bed gaan • not go to bed latezij is over tijd • she's late with her period, her period's late/overduerond die tijd • around then/that timesinds korte tijd • recently, latelyte allen tijde • at all timeste zijner tijd • in due course, when appropriatetegen die tijd • by that time, by thenten tijde van hun huwelijk • at the time of their marriageten tijde van Hendrik VIII • in the days/time/age of Henry VIIIvan tijd tot tijd • from time to timevan die tijd af • from that time (on/onward(s), (ever), since (that time)een tijd van komen en een tijd van gaan • ±nothing lasts foreverwarm voor de tijd van het jaar • warm for the/this time of yearsterven voor zijn tijd • die before one's time/prematurelyje moet de eerste tijd nog rustig aandoen • to begin with/at first you must take it easyin minder dan geen tijd • in (less than) no timeeen tijdje • a whileveel tijd in beslag nemen • take up a lot of timetijd te kort komen • run out/run short of time3 betere tijden gekend hebben • have known better times/seen better dayseen dure tijd • a time/period when the cost of living is highgoede/slechte tijden • good/bad timesde laatste tijd • lately, recentlyhij heeft een moeilijke tijd gehad • he's been through/had a hard timede goede oude tijd • the good old daysdat is allemaal verleden tijd • that's all in the past/water under the bridgezijn (beste) tijd gehad hebben • be past one's best/prime, have seen better daysdie tijd is geweest/‘voorbij’ • those days are gone/past/overer is een tijd geweest dat … • there was a time when …niet met zijn tijd meegaan • be behind the timesde tijden zijn veranderd • times have changedbij tijden • at times/intervals(goed) bij de tijd zijn • be right up to date, be on the ballin tijden van oorlog • in times of warin deze/onze tijd • in these times, nowadaysin deze tijd van het jaar • at this time of (the) yearin vroeger tijd • in earlier times/the pastmet zijn tijd meegaan • keep up with/move with the timesuit de tijd raken • go/get/become out of date; become outdateddie muziek is uit de tijd • that music is out of date/old-fashioneddat was voor mijn tijd • that was before my time/daydat was voor die tijd heel ongebruikelijk • in/for those days it was most unusualvóór die tijd was het een klooster • it used to be/previously it was a monasteryvóór de tijd van de auto • before the era of the car5 de tegenwoordige/verleden tijd • the present/past tense〈 figuurlijk〉 dat is voltooid verleden tijd • that's over and done with, that's ancient history -
11 zijn dochter aan iemand uithuwelijken
zijn dochter aan iemand uithuwelijkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn dochter aan iemand uithuwelijken
См. также в других словарях:
marriage guidance — noun Help and advice given to people with marital problems • • • Main Entry: ↑marriage * * * marriage guidance UK US noun [uncountable] british advice given by a trained person to married people who are having problems in their relationship. The… … Useful english dictionary
marriage — (n.) c.1300, act of marrying, entry into wedlock; also state or condition of being husband and wife; from O.Fr. mariage marriage; dowry (12c.), from V.L. *maritaticum (11c.), from L. maritatus, pp. of maritatre to wed, marry, give in marriage… … Etymology dictionary
give — v. & n. v. (past gave; past part. given) 1 tr. (also absol.; often foll. by to) transfer the possession of freely; hand over as a present (gave them her old curtains; gives to cancer research). 2 tr. a transfer the ownership of with or without… … Useful english dictionary
marriage — I (New American Roget s College Thesaurus) Legal union Nouns 1. marriage, matrimony, wedlock, union; intermarriage, nuptial tie, married state, bed and board, cohabitation, POSSLQ (person of the opposite sex sharing living quarters), wedded… … English dictionary for students
marriage — n. 1 the legal union of a man and a woman in order to live together and often to have children. 2 an act or ceremony establishing this union. 3 one particular union of this kind (by a previous marriage). 4 an intimate union (the marriage of true… … Useful english dictionary
Marriage licence — Marriage License from the State of Georgia A marriage license is a document issued, either by a church or state authority, authorizing a couple to marry. The procedure for obtaining a license varies between countries and has changed over time.… … Wikipedia
give — [giv] vt. gave, given, giving [ME given (with g < ON gefa, to give), yeven < OE giefan, akin to Ger geben < IE base * ghabh , to grasp, take > L habere, to have: the special Gmc sense of this base results from its use as a substitute… … English World dictionary
Marriage Act, 1961 (South Africa) — Marriage Act, 1961 Act to consolidate and amend the laws relating to the solemnization of marriages and matters incidental thereto. Citation Act No. 25 of 1961 Territor … Wikipedia
Marriage in Pakistan — (Urdu: نكاح , عروس , شادی ,بیاہ ,عقد ,ازدواج) is a legal union between a man and a woman. Culturally, it is not only a link between the husband and wife, but also an alliance between their respective families. Because about 97% of Pakistan s… … Wikipedia
Marriage Equality California — Founder(s) L.J. Carusone, Michael Thurber, Jim DeLaHunt, Molly McKay, Davina Kotulski Type 501(c)(3) Founded 1998 … Wikipedia
Give — (g[i^]v), v. t. [imp. {Gave} (g[=a]v); p. p. {Given} (g[i^]v n); p. pr. & vb. n. {Giving}.] [OE. given, yiven, yeven, AS. gifan, giefan; akin to D. geven, OS. ge[eth]an, OHG. geban, G. geben, Icel. gefa, Sw. gifva, Dan. give, Goth. giban. Cf.… … The Collaborative International Dictionary of English